Linus Torvalds begon in 1991 met de ontwikkeling van Linux als vervanger van het voor hem veel te dure Unix, dat hem wel als voorbeeld diende. De naam Linux is dan ook een samentrekking van zijn naam Linus en Unix. Daarom kan de vroege geschiedenis van Unix worden gezien als de voorgeschiedenis van Linux.
Voorgeschiedenis: Multics
De vroege geschiedenis van Unix begint in 1964 met de ontwikkeling van het besturingssysteem Multics, de MULtiplexed Information and Computing Service, door MIT, General Electric en AT&T Bell Telephone Laboratories (BTL). Dit was ontworpen als een time-sharing besturingssysteem dat een eind moest maken aan het probleem dat computers tot dan maar één programma tegelijkertijd konden uitvoeren. Het moest tot 1000 gebruikers tegelijkertijd kunnen bedienen. Bovendien zou het modulair worden opgezet, zodat een module met een bepaalde taak gemakkelijk kon worden vervangen door een andere module die dezelfde taak anders, mogelijk efficiënter of met verbeterde hardware, uitvoerde. Modules met softwarematige taken konden op vele plekken in het systeem worden gebruikt. Deze principes liggen nog steeds aan moderne besturingssystemen ten grondslag.
De grootte en complexiteit van het project hadden echter tot gevolg dat het aanvankelijk niet goed van de grond kwam, reden waarom BTL zich in 1969 uit het project terugtrok. Multics werd wel verder ontwikkeld en is nog tot 2000 gebruikt. In 2006 werd de broncode vrijgegeven. Zie www.multicians.org. Via deze site is zelfs een Multics simulator te dowloaden en in werking te bekijken.
Voorgeschiedenis: Unix
Ken Thompson en Dennis Ritchie van BTL, waarvan de laatste aan Multics had meegewerkt, startten in hun vrije tijd met de ontwikkeling van een eenvoudiger systeem, Unix, op basis van aan Multics ten grondslag liggende ideeën.Het was minder complex dan Multics en kreeg daarom als woordspeling op Multics de naam UNiplexed Information and Computing Service, Unics, dat al snel werd ingekort tot Unix. Sommigen duiden erop dat de naam Unics qua klank erg lijkt op het woord `eunuchs' om aan te geven dat het om een `ontmande' Multics gaat.
Na een simpel begin kreeg Unix ook time-sharing faciliteiten, waarbij het meerdere gebruikers kan bedienen en meerdere processen tegelijkertijd kan uitvoeren (multi-user en multi-tasking). In 1971 kwam de eerste versie van Unix gereed. Deze was helemaal geschreven in assembleertaal voor een specifiek type computer, en daarom niet gemakkelijk overdraagbaar (portable) naar andere typen computers. Om overdraagbare programma's te kunnen schrijven werd door Dennis Ritchie, één van de ontwikkelaars van Unix, de programmeertaal C ontworpen. Voor een of ander type computer behoeft alleen een relatief eenvoudige C compiler te worden gemaakt die de C instructies omzet in machinecode voor dat type. Om Unix overdraagbaar te maken werd het zoveel mogelijk herschreven in C. Eind 1973 werd het eerste in C geschreven Unix systeem gepubliceerd als editie 4.
Bijzonder aan de eerste Unix edities was dat de broncode, onder een gratis licentie, met het systeem meegeleverd werd. Daarmee was het min of meer de eerste open-source software. Dat kwam omdat het AT&T op basis van een gerechtelijk vonnis in een antitrust zaak uit 1956 niet toegestaan was om computerproducten op de markt te brengen. Zowel de overheid, commerciële bedrijven als universiteiten kregen zo de beschikking over een gratis licentie voor Unix met broncode, en ontwikkelden eigen varianten die elkaar weer bevruchtten. De belangrijkste Unices werden System V van AT&T en de Berkeley Software Distribution (BSD) van Unix, die aan de Universiteit of California te Berkeley ontwikkeld was.
In 1983 sloot de Amerikaanse overheid zijn tweede antitrust zaak tegen AT&T af en werd Bell opgesplitst in een aantal regionale bedrijven. Naast het overgebleven deel van AT&T, Ma Bell, werden dit wel de Baby Bells genoemd. Nu mocht AT&T de computermarkt op en dat deed het bedrijf dan ook prompt door Unix te commercialiseren. Dat werd al snel nagevolgd door andere bedrijven met eigen incompatibele varianten van Unix. De belangrijkste zijn HP-UX van Hewlett-Packard (HP), Solaris van Sun en AIX van IBM. Zelfs het toen nog jonge Microsoft had een eigen Unix versie met de naam Xenix. Zo raakte Unix versplinterd en verspeelde het zijn kans het standaard besturingssysteem voor microcomputers te worden.
Om onder de restrictieve licentiebepalingen van AT&T uit te komen begonnen de ontwikkelaars van de BSD alle AT&T code in de BSD door een eigen implementatie te vervangen en onder een eigen liberale licentie vrij te geven. In 1991 was vrijwel het hele systeem omgezet en werd het vrijgegeven onder de naam Networking Release 2 (Net/2). AT&T was hier sterk tegen gekant en begon in 1992 dan ook een rechtzaak. Deze werd in 1994 grotendeels in het voordeel van BSD beslecht. Dat was echter te laat om nog te kunnen uitgroeien tot een stevige concurrent van Linux. Nog steeds wordt BSD in verschillende open-source varianten (FreeBSD, NetBSD, OpenBSD, Dragonfly BSD, TrueOS en Darwin) veel gebruikt. Ze vinden vnl. toepassing in servers, maar TrueOS is bedoeld voor de desktop, en Darwin vormt de basis van MacOS.
Voorgeschiedenis: GNU
De restrictieve licentievoorwaarden die gepaard gingen met de commercialisering van Unix hinderden een programmeur van MIT (Massachusetts Institute of Technology), Richard M. Stallman (ook bekend als RMS), in zijn werk en waren hem dan ook een doorn in het oog. Begin 1984 verliet hij MIT om een vrij Unix-achtig besturingssysteem te gaan ontwikkelen onder de naam GNU (Gnu is Not Unix). Kort daarop stichtte hij de Free Software Foundation (FSF) en ontwikkelde hij een speciale licentie voor de GNU software, de GNU General Public License (GPL). Kenmerk van de GPL is de wederkerigheid, zodat iedereen van alle verbeteringen kan profiteren. Het is nog steeds de meest gebruikte licentie is voor vrije software.
Rond 1990 was het GNU basissysteem klaar, maar had nog geen kernel, die processen, bestanden en het geheugen beheert en toegang geeft tot de hardware. Het werk daaraan begon toen onder de naam GNU Hurd, maar wilde niet erg vlotten. De Hurd is nu bijna 30 jaar ontwikkeling wel bruikbaar maar wordt nog steeds niet geschikt gevonden om in productieomgevingen te worden gebruikt. Dit fnuikte het ideaal van een vrij Unix-achtig besturingssysteem. In die tijd was BSD Unix immers ook nog niet vrij.
En dan begint de geschiedenis van Linux.
Vroege geschiedenis
Linus Torvalds, student aan de Universiteit van Helsinki, had aan de universiteit kennis gemaakt met Unix, en wilde thuis ook graag zo'n systeem hebben. De meeste Unices waren inmiddels veel te duur, de legale status van de BSD was twijfelachtig, en een GNU kernel was er nog niet. Wel was er Minix, een Unix-achtig systeem voor onderwijsdoeleinden dat door Andrew Tanenbaum, een hoogleraar in de informatietechnologie aan de VU te Amsterdam, werd ontwikkeld. Al snel ervoer hij Minix als te beperkt, maar de Minix licentie liet niet toe het naar eigen inzichten aan te passen en te delen. Dat was wel mogelijk met het GNU systeem waaraan alleen de kernel nog ontbrak. Linus begon daarom in 1991 met de bouw van een eigen kernel voor het GNU besturingsysteem die hij uiteindelijk Linux noemde, een samentrekking van Linus en Unix (Uit de voorgeschiedenis blijkt dat de “x” staat voor “cs” ofwel Computing Service. Linux kan dus worden begrepen als Linus' Computing Service). Hij gaf de code vrij onder de GPL en moedigde anderen aan bij te dragen. Linux trok hierdoor veel ontwikkelaars aan, die er in enkele jaren tijd een productief systeem van maakten.
BSD Unix kon weliswaar vanaf 1994 zonder legale problemen ook vrij worden gebruikt, maar de ontwikkeling van Linux was toen al niet meer te stuiten.
De Linux kernel vormt samen met de GNU libraries en tools, aangevuld met het X Window System als grafisch platform, een besturingssysteem. Om zo'n systeem in die tijd te installeren en te configureren was complex. Vanaf 1992 al begonnen Linux distributies dit proces te vereenvoudigen: Yggdrasil en SLS zijn een paar inmiddels verdwenen distributies van het eerste uur. De twee oudste nog steeds bestaande distributies, Slackware en Debian, begonnen hun leven in 1993.
In de loop van de tijd zijn vele distributies ontstaan, zowel algemeen toepasbare distributies als distributies voor allerlei bijzondere doeleinden. Dat kon omdat alle gebruikte software vrij is. Zo zijn er distributies gericht op educatie, wetenschap, multimedia, gaming, etc.
Vanaf 1998 begonnen distributies met een gebruikersvriendelijke grafische desktopomgeving op te komen, met name Corel Linux (later Xandros), Lindows (later Linspire), Mandrake Linux (later Mandriva). Linspire en Mandriva bestaan nog steeds. Desondanks leidde dit nog niet tot een echte doorbraak naar de consument.
In 2001 kondigde IBM aan 1 miljard dollar in Linux te gaan investeren. Hieruit blijkt dat ook het bedrijfsleven belangstelling begon te krijgen. Die belangstelling bleef en nam alleen maar toe, getuige het bedrag van $ 34 miljard dat IBM een paar jaar geleden uitgaf voor de verkrijging van Red Hat, de meest succesvolle Linux onderneming.
Vanaf 2001 gingen in de hele wereld verscheidene overheidsorganisaties over op het gebruik van Linux, respectabel gemaakt doordat “big business” erin ging investeren en er ondersteuning voor bood. Zo maakte Linux zijn entree bij verscheidene Amerikaanse overheidsorganisaties. In 2003 verkreeg Red Hat Linux het Common Operating Environment (COE) certificaat van het Amerikaanse Department of Defense. Dat was een bevestiging van het feit dat Linux door de overheid van de VS als een veilig en betrouwbaar systeem werd geaccepteerd.
In 2002 adopteerde de Hollywood filmindustrie Linux. Disney, Dreamworks, en Industrial Light & Magic begonnen dat jaar allemaal met het maken van films met Linux.
In 2004 zag Ubuntu het licht, een gebruikersvriendelijke distributie van Canonical, een door de Zuid-Afrikaan Mark Shuttleworth geleid bedrijf. De naam Ubuntu verwijst naar de Bantu filosofie van ubuntu, hetgeen zoiets betekent als “menselijk zijn voor anderen”. Mogelijk verwijst dit naar de wederkerigheid van de GPL licentie. Ubuntu zorgde voor een doorbraak in de bekendheid van het publiek met Linux, zelfs zo dat voor velen Ubuntu en Linux bijna synoniemen zijn. Ubuntu is gebaseerd op Debian, dat dateert van 1993 en waarop ongeveer de helft van alle PC distributies van Linux zijn gebaseerd. Ubuntu zelf heeft weer als basis gediend voor ruim 40% daarvan, waaronder het populaire Linux Mint.
Google bracht twee Linux besturingsystemen uit: Android voor mobiele systemen in 2008, en Chrome OS voor Chromebook computers in 2011. Beide waren een groot succes. Android is nu het meest gebruikte besturingssysteem voor smartphones en tablets.
En nu....
Inmiddels heeft Linux een groot gedeelte van de computermarkt veroverd. Alle top 500 supercomputers draaien Linux, voor webservers is Linux het meest gebruikte besturingssyteem, op smartphones en tablets geldt dat voor Android, ook een Linux systeem. In allerhande apparaten is een of andere vorm van Linux als besturingssysteem ingebouwd, zoals routers, NAS, smart TV's, video recorders, navigatie-apparatuur en medische instrumenten.
Zo wordt Linux veel in auto's gebruikt. Onder auspiciën van de Linux Foundation is een project gestart onder de naam Automotive Grade Linux, waarin diverse autofabrikanten samenwerken aan een op Linux gebaseerd platform voor autotoepassingen, dat als een de facto industriestandaard kan fungeren. Belangrijke autofabrikanten, zoals Toyota en Subaru, werken samen aan op Linux gebaseerde systemen voor amusement, navigatie en motorbeheer.
Ook de “cloud” wordt gedomineerd door Linux. De grote spelers, met inbegrip van Amazon Web Services, Google Cloud Services en Linode, zijn allemaal gebouwd op Linux. Zelfs op Microsoft Azure wordt Linux prima ondersteund en is het inmiddels het meest gebruikte besturingssysteem.
Alleen op de PC lijkt het gebruiksaandeel tot dusver niet verder gekomen dan 2%. Vermoedelijk is een heel belangrijke oorzaak daarvan dat PC's vrijwel altijd ongevraagd met Windows worden geleverd omdat dat commerciëel het meest aantrekkelijk is.
Oorspronkelijk verschenen in SoftwareBus 2019-3