In het artikel "Softwarebeheer in Linux" ging ik in op de wijze waarop software voor Linux wordt verspreid, en de rol die pakketbeheersystemen daarin vervullen. Er worden twee soorten pakketbeheersystemen onderscheiden, te weten specifieke en universele systemen. Universele systemen zijn ontwikkeld om tegemoet te komen aan de nadelen van specifieke systemen. Een pakket dat volgens een universeel systeem is samengesteld kan in principe in elke versie van elke distributie van Linux worden gebruikt. De belangrijkste nu beschikbare universele systemen zijn Flatpak, Snap en AppImage. Lees hier verder over AppImage.
Van oudsher maken Linux-distributies hun eigen softwarepakketten. Het door hen toegepaste specifieke systeem voor de verspreiding en het beheer van de software is daarop afgestemd. Dat heeft belangrijke voordelen zoals een efficiƫnt gebruik van middelen, maar ook belangrijke nadelen zoals onmogelijke of slechte uitwisselbaarheid van softwarepakketten. Daarom zijn universele systemen voor verspreiding en beheer van software ontwikkeld waarbij in elke Linux distributie dezelfde softwarepakketten kunnen worden gebruikt, zonder dat al te veel op het efficiƫnt gebruik van middelen wordt toegegeven. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende systemen.
Flatpak is een nieuw systeem voor de verspreiding en het beheer van software. Het maakt niet uit in welke Linux- distributie je het toepast, en wordt daarom een universeel systeem genoemd. Met Flatpak worden enkele problemen van de gebruikelijke distributiespecifieke systemen opgelost